Je zit op je mat, klaar voor de yogales waar je misschien al de hele week naar uitkijkt. Eindelijk een moment voor jezelf. Even geen werk, geen krijsende, zeurende of hyperactieve kinderen (of collega’s). Nee, een moment voor jou, om lekker te bewegen, te ademen, te zijn.
En dan begint de les. De docent vouwt zichzelf even op in lotushouding en nodigt jou uit om óók comfortabel te komen zitten. In je ooghoek zie je je buurvrouw haar benen moeiteloos opvouwen en jij zit daar maar te worstelen met die twee stijve ledematen, proberend om ‘ook’ comfortabel (uh?) te komen zitten. Goed, je spiekt even in je andere ooghoek en oh, gelukkig! Je bent niet de die kiest voor kleermakerszit! Nou vooruit, dan kun jij dat ook wel doen.
Na het opwarmen (of zeg maar ‘het benadrukken van hoe krakkemikkig en plankachtig je vandaag bent’) gaat de les verder met de houdingen, de asana’s. Wanneer je voorover gebogen zit en met je neus je knieën probeert te ruiken, verschijnt er in je achterhoofd vaag ergens het idee dat je hier voor jezelf was. ‘Ohja! Dat is waar ook!’ Oké, je komt een stukje uit de houding want de stretch was toch wel ietsje te intens. Goh, wat een verademing. Vervolgens zegt de docent: ‘Adem in, verleng je rug, adem uit, zoek je verdieping.’ Jij, die juist net een stukje uit de houding was gekomen, gehoorzaamt braaf en oef, halloooo hamstrings! ‘Jeetje, die spieren zouden inmiddels toch wel wat soepeler moeten zijn?’ is de eerste gedachte die in je opkomt. In een halve miliseconde besluit je hoofd dat het niet langer stil wil blijven staan bij deze belabberde (label-alert!) hamstring observatie, dus besluit het wat afleiding te zoeken. Bij je buurvrouw. Die zo ongeveer de grond kan zoenen en eruit ziet alsof ze zo in slaap kan vallen. WOW, denk jij. Als zij dat kan, dan moet ik toch zeker ook wel wat verder kunnen. Dus ga je, voordat je het goed en wel in de gaten hebt, de strijd alweer aan met je lijf om tóch verder te komen. Geef je gehoor aan de prestatie- en uitsloofdrang van je ego. Inmiddels ben je dus overal mee bezig, vooral met externe verschijnselen (lees: Hoe zien anderen eruit in de houding? Hoe zie ik eruit?), behalve met jezelf. Terwijl dat de reden was waarom je op je op je mat ging zitten. Ja, in kleermakerszit ja.
Herkenbaar? Ik denk het wel ;)
Maarhee, voel je er niet schuldig om, je doet het niet “slecht” of “verkeerd”. Dit is iets wat bij heel veel yogi’s gebeurd (waarom denk je dat ík hierover kan schrijven? Juist, omdat ik het zelf ook ervaren heb en nog steeds ervaar). En dat dit gebeurt, is ook niet gek denk ik, want:
- In onze maatschappij draait het zo ongeveer om “beter/meer” te zijn dan de ander. Is het niet met die tekenwedstrijd in groep 1, dan is het wel op je werk waar je de concurreert met je collega om die promotie. Goed, je hebt dus geleerd om jezelf altijd te vergelijken met anderen om te meten waar jij staat op de hoeveel-beter-ben-ik-ladder. Op je weg naar boven heeft je ego het trucje uitsloven, net iets meer doen dan je eigenlijk kan, opgepikt. En dat trucje past het maar al te graag toe. Ook op de mat. Want wat er in het dagelijks leven gebeurt, weerspiegelt zichzelf op de mat. Het is dus niet gek dat je tijdens een yogales vergezeld wordt door een stukje prestatiedrang en de neiging van je ego tot uitsloven.
- Het vergelijken is soms ook een vernuftige afleidingsmanoeuvre van je hoofd. Je kunt het zo zien: Je hoofd is gewend om te denken, dat is waar het goed in is en daarom is het dus de makkelijkste weg voor je hoofd. En die weg schiet je hoofd maar al te graag op, zeker wanneer hij voor een uitdaging staat, zoals in stilte voelen wat er zich in werkelijkheid in je lijf afspeelt en om daar vervolgens mee te werken.
Nu kun je de maatschappij, je altijd denkende hoofd of je lenige buurvrouw de schuld geven van het feit dat jij meer bezig bent met vergelijken en presteren dan met voelen en werken met wat is, maar daar schiet je niets mee op. Waar je wel wat mee op schiet, is het besef dat je kunt kiezen hoe je met dit patroon, deze zelfobservatie omgaat.
Mocht je nu denken, ‘Nou Suus, vertel dan hoe ik er mee om kan gaan.’ Dan volgen hier een aantal trucjes waar je geen goochelaar voor hoeft te zijn (dat wil zeggen dat iedereen ze kan).
Stap in je eigen bubbel
De yogadocente waar ik in Portugal bij verbleef, vertelde mij over een les die ze een tijd geleden gaf. Aan het begin van de drukbezochte les, spoorde ze iedereen aan in hun eigen bubbel te stappen. En dat is écht een hele goeie. Waar en met wie je een les ook volgt, stap niet zomaar gedachteloos op je mat. Nee, stap in je eigen bubbel. Een bubbel die je nog wel laat zien wat er om je heen gebeurt, maar die labels zoals, leniger, beter, belabberd of slecht wegfiltert. Een bubbel waarin jij kunt zijn met jezelf en met alles wat er op dat moment langskomt. Maar neem in die bubbel ook
Een klein beetje veel (respectvolle) schijt
Met je mee. Ja, ik had ook een ander woord kunnen kiezen zoals ‘maling’, maar dan had het vast niet hetzelfde effect gehad. Nu weet je tenminste wat ik bedoel.
Het boeit namelijk geen reet (om het in de context te houden) wat anderen doen. Wat jij denkt van anderen of wat (jij denkt dat) anderen van jou denken.
Je bent op je mat voor jezelf. Jij bent de enige die kunt voelen wat jouw lijf nodig heeft, wat het wel/niet kan. Jij bent de enige die kunt observeren welke trucjes je hoofd met je uithaalt. Anderen kunnen dat niet voor je doen net zomin als jij dat voor anderen kunt doen. Dus heb een beetje (respectvolle) schijt aan wat anderen doen, of wat (jij denkt dat) anderen van jou denken. Doe lekker je eigen ding en ontdek maar eens wat het je allemaal brengt. Maar doe het wel met:
Ahimsa
In mijn vorige blog heb ik het hier uitgebreid over gehad. Ahimsa betekent geweldloosheid en compassie naar anderen en jezelf. Het betekent liefdevol omgaan met je eigen proces. Het jezelf niet kwalijk nemen als je bezig was met ‘verder te komen’ of ‘beter te zijn’ of als je trapte in de afleidingsmanoeuvre van je hoofd. Het betekent ook lief zijn voor je lijf en werken met wat je lijf vandaag kan, ook al is de kans groot dat je hoofd dan gaat protesteren omdat het iets anders had verwacht. En dan ook lief zijn voor je hoofd, want die doet ook maar gewoon wat hij altijd doet, waar hij goed in is.
Probeer het eens uit, de bubbel, een beetje veel schijt en ahimsa. Of één van de drie. Gewoon om eens te kijken wat het voor je doet. Doe het niet voor mij, doe het niet voor je ‘kijk, nu ben ik een échte yogi’ want dat is ook weer een uitsloof trucje van je ego. Nee, doe het voor jezelf. Voor jou. Want jij bent immers de reden dat je op je mat staat.
Liefs,
Suus
Volg Suus via haar website | Facebook en Instagram
- YogaCamp – op Natuurcamping de Lemeler Esch - 26/05/2019
- Boekreview: Proudly Imperfect - 14/01/2019
- Stormachtige feestjes, zo blijf je bij jezelf - 25/11/2018
Leuk verhaal en super herkenbaar! Ook al kom je voor jezelf tijdens een yogales, toch ga je jezelf vergelijken met anderen en kijken wat zij wel kunnen en jij niet. Inderdaad, gewoon een beetje schijt hebben.