Je bent vast de uitspraak “rijk aan vezels” al vaker tegengekomen. Maar waar zijn deze vezels eigenlijk goed voor? En in welke voeding zijn ze te vinden? Je leest het in dit artikel.

Wat zijn vezels?

Vezels heten voluit voedingsvezels. In de volksmond hebben we het echter altijd over vezels. Het zijn hele kleine deeltjes van plantaardige voeding die we niet kunnen verteren. We kunnen vezels opdelen in twee groepen:

Oplosbare vezels – fermenteerbare vezels

Ons lichaam neemt dus geen vezels op. De bacteriën in onze darmen gebruiken echter wel vezels, waarbij een beetje energie vrijkomt. Het type vezels dat hiervoor geschikt is noemen we oplosbare of fermenteerbare vezels. Ongeveer 70% van de voedingsvezels is oplosbaar.

Onoplosbare vezels – niet-fermenteerbare vezels

Onoplosbare vezels worden niet afgebroken in ons lichaam, ook niet door bacteriën. Ze verlaten ons lichaam daarom ongewijzigd. Dit wil echter niet zeggen dat ze geen nut hebben.

Wat vezels voor je lichaam doen

Als je de beschrijving van vezels leest, klinken ze niet zo indrukwekkend. Je neemt ze niet eens op, dus wat kunnen ze dan voor je lichaam doen?

1: Een gezonde stoelgang

Het bekendste gezondheidsvoordeel van vezels is dat ze helpen om je stoelgang gezond te houden. Dit komt doordat vezels het volume van je stoelgang vergroten en je stoelgang soepel houden. Dit helpt om obstipatie te voorkomen.

Dit gezondheidsvoordeel is te danken aan onoplosbare vezels, waardoor ze toch zeker nut hebben.

Goed om te weten: vezels helpen alleen om je stoelgang soepel te houden als je voldoende drinkt. Als je te weinig vocht binnenkrijgt, kan vezelrijke voeding er juist voor zorgen dat je ontlasting harder wordt.

2: Je darmflora in balans

In je darmen leven enorm veel bacteriën. Deze bacteriën horen daar, we zouden er niet zonder kunnen. Het is echter wel belangrijk om ze goed in balans te houden. Er zijn namelijk goede bacteriën en slechte bacteriën in je darmen te vinden. Als er om wat voor reden dan ook te weinig goede bacteriën zijn, krijgen de slechte de overhand. Dit kan tot allerlei problemen leiden.

Oplosbare vezels zijn een voedingsbron voor de goede bacteriën, waardoor ze bijdragen aan een gezonde balans.

3: Een gezond gewicht

Wil je graag wat kilo’s kwijt? Of wil je voorkomen dat je aankomt? Dan is het extra belangrijk om vezelrijk te eten, en dan met name oplosbare vezels. Deze helpen je namelijk om je calorie inname te verlagen.

Samen met water zorgen de vezels namelijk voor extra vulling van je maag, waardoor je simpelweg langer vol zit. Doordat je minder snel trek krijgt, wordt afvallen een stuk makkelijker.

Daarnaast kunnen onoplosbare vezels indirect ook helpen, doordat ze een positief effect op je darmflora hebben. Een gezonde darmflora draagt namelijk bij aan een gezond gewicht.

4: Stabielere bloedsuikerspiegel

De substantie die vezels samen met water in je maag vormen, zorgt er ook voor dat je de simpele koolhydraten uit je voeding minder snel opneemt. Normaalgesproken worden simpele koolhydraten namelijk erg snel opgenomen, waardoor je bloedsuikerspiegel piekt.

Doordat vezels helpen om de opname te vertragen, zorgen ze dus voor een stabielere bloedsuikerspiegel. Een stabiele bloedsuikerspiegel is niet alleen belangrijk om energiedipjes te voorkomen. Het draagt ook bij aan een lager risico op insulineresistentie en diabetes type 2.

Vezelrijke voeding

Nu je weet wat vezelrijke voeding voor je lichaam kan doen, ben je waarschijnlijk ook extra gemotiveerd om vezelrijk te eten. Deze voeding helpt je hierbij:

  • Groentes
  • Fruit
  • Peulvruchten
  • Volkoren granen
  • Noten
  • Zaden
  • Pitten

Extra tip: bij groente en fruit zitten in de schil vaak extra veel vezels. Bijvoorbeeld bij appels, komkommers en zoete aardappelen. Het is dus zonde om deze altijd te schillen.

Een gezonder lichaam met vezelrijke voeding

Vezels helpen je om je darmflora en stoelgang gezond te houden en dragen bij aan een stabiele bloedsuikerspiegel. Doordat ze goed verzadigen, helpen ze daarnaast ook bij het afvallen en om te voorkomen dat je aankomt.

Bronnen: Parnell JA, Reimer RA, Gut Microbes, 2012. Macfarlane S, Macfarlane GT, Cummings JH, Aliment Pharmacol Ther, 2006. Howarth NC, Saltzman E, Roberts SB, Nutr Rev, 2001. Britt Burton-Freeman, The Journal of Nutrition, 2000.